Energie Herstel

De functionele mogelijkheden (FML) lijst

De functionele mogelijkheden (FML) lijst betreft een beschrijving van medische mogelijkheden en beperkingen voor het verrichten van arbeid. De FML vormt de basis voor bijvoorbeeld het beoordelen van het arbeidsongeschiktheidspercentage als onderdeel van de WIA-keuring. Ook na 1 jaar ziektewet wordt door een verzekeringsarts van het UWV de FML opgesteld met als doel te bepalen of de ziektewet wordt voortgezet in het tweede ziektejaar, dan wel of iemand geschikt wordt geacht om passend werk te gaan doen.

Hoewel het scoren van de FML is voorbehouden aan verzekeringsartsen, wordt deze ook geregeld ingevuld door bedrijfsartsen. Bijvoorbeeld ter voorbereiding van het arbeidsdeskundig onderzoek. De FML heeft verstrekkende gevolgen voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid. Daarom is het belangrijk dit goed voor te bereiden.

Wat kan je doen om dit voor te bereiden?
De informatie in de FML beïnvloedt in grote mate de beoordeling over in hoeverre iemand arbeidsgeschikt wordt geacht. Wanneer de FML en de werkelijke situatie van de werknemer veel van elkaar verschillen kan dit grote gevolgen hebben. Dit document is een handleiding om het opstellen van de FML optimaal voor te bereiden zodat de arts een document kan opstellen dat rekening houdt met de actuele situatie van de medewerker.

De FML biedt een overzicht van mogelijkheden om in het algemeen gedurende een hele werkdag (tenminste 8 uur) te functioneren. De verzekeringsarts beoordeelt in hoeverre iemand ten opzichte van de normale waarden beperkt is (voor zover deze naar het oordeel van de verzekeringsarts uitingen zijn van ziekten, gebreken of ongevallen). Bij de WIA-keuring wordt door de verzekeringsarts van het UWV informatie verzameld op basis waarvan deze de FML opmaakt. De gegevens uit de FML worden vervolgens door de arbeidsdeskundige ingevoerd in het CBBS (Claim Beoordeling en Borging Systeem) om de mogelijkheden in gangbare arbeid te onderzoeken.

Hieruit volgen over het algemeen 3 ‘passende’ functies die de hoogte van de restverdiencapaciteit (RVC) bepalen. Dit is het bedrag dat de zieke werknemer geacht wordt om nog zelf door middel van arbeid te kunnen verdienen op de arbeidsmarkt. Het verschil tussen het ‘oude salaris’ en de RVC bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid (en de hoogte van een eventuele uitkering). De verzekeringsarts kan alleen een juiste beoordeling doen wanneer hij/zij ook de juiste informatie krijgt. Doel van dit werkmateriaal is dan ook om ervoor te zorgen dat de arts alle informatie krijgt die nodig is om een FML op te stellen die rekening houdt met de actuele situatie van de werknemer.

De complete FML lijst kun je hier downloaden ter voorbereiding.

De belangrijkste onderwerpen die aan de orde komen zijn; persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, aanpassingen aan de fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. Omcirkel de functies waarin de belangrijkste beperkingen ervaren worden en noteer daarbij een passend voorbeeld uit de praktijk dat weergeeft op welke manier deze beperking zich in het dagelijks leven uit. Wanneer er reeds een oplossing is gevonden om de beperking op te heffen of te verminderen dan kan deze ook vermeld worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een agenda om afspraken niet te vergeten, kant en klaar maaltijden om niet te hoeven koken, hulp van anderen bij het doen van het huishouden etc. Alle dingen die u, door uw beperkingen, anders doet dan vroeger dienen meegenomen te worden in de beoordeling, ook al zijn ze voor de werknemer zelf al ‘gewoon’ geworden. Daarnaast vraagt de arts over het algemeen om een doorsnee dag te beschrijven. Wees hierop voorbereid door een (eventueel fictieve) dag te beschrijven waarin zoveel mogelijk genoemde beperkingen naar voren kwamen. Schrijf deze dag uit en vul dit eventueel aan met andere praktijksituaties die van belang zijn voor een goede beoordeling. Houd er rekening mee dat de arts al start met observeren zodra hij iemand uit de wachtkamer roept. De beoordeling zal worden gebaseerd op een combinatie van wat de arts zelf observeert, wat er in de rapporten staat en wat tijdens het gesprek wordt verteld.

Belangrijk is het invulschema niet kant en klaar mee naar de bedrijfs/verzekeringsarts te nemen. Maak een samenvatting van de praktijkvoorbeelden of steekwoorden als geheugensteuntje tijdens het gesprek met de arts. Overhandig aan het eind van de keuring wél het uitgeschreven dagverhaal.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *