Het inzetbaarheidsprofiel (IZP)
Het Inzetbaarheidsprofiel (IZP) is een beschrijving van medische mogelijkheden en beperkingen voor het verrichten van arbeid. Het IZP wordt vaak ingevuld door bedrijfsartsen op verschillende momenten, bijv. na 6 weken verzuim (voor de probleemanalyse), na 1 jaar (bij de 1e jaar evaluatie en/of ter voorbereiding op het arbeidsdeskundigonderzoek) of net voor de WIA keuring.
De informatie die de arts in het IZP zet beïnvloedt in grote mate de keuzes die gemaakt worden tijdens het re-integratieproces. Wanneer het IZP en de werkelijke situatie van de werkgever veel van elkaar verschillen kan dit vervelende gevolgen hebben. Daarom is het handig om te weten wat het IZP is, hoe je je hierop kunt voorbereiden en welke invloed jij hierop kan hebben.
De bedrijfsarts kan kiezen welk formulier hij o.a. gebruikt aan het einde van het eerste ziektejaar de FLM, of het IZP. De FML wordt het meest gebruikt in de praktijk maar als de bedrijfsarts voor het IZP kiest, is het belangrijk om te weten wat dit is. De basis en het doel van in het instrument zijn gelijk aan de FLM, lees daarover hier meer. Maar het IZP geeft meer ruimte voor nuances en toelichtingen. Over het algemeen leidt de IZP tot minder discussie met zieke werknemers en arbo-medewerkers omdat er dus genuanceerd kan worden. Het UWV heeft de FML ontwikkeld en ziet liever dat deze wordt ingezet tijdens de uitvoering van de Wet Verbetering Poortwachter. Wanneer er uiteindelijk overgegaan moet worden naar een WIA-beoordeling is een FML dan ook naast de IZP verplicht.
Het inzetbaarheidsprofiel is onderverdeeld in een aantal hoofdcategorieën. Per categorie worden diverse functies weergegeven. Zie hier voor het officiële document.
De categorieën die aan de orde komen in het IZP zijn: persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, aanpassingen aan de fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden. Omcirkel de functies waarin de belangrijkste beperkingen ervaren worden en noteer daarbij een passend voorbeeld uit de praktijk dat weergeeft op welke manier deze beperking zich in het dagelijks leven uit. Wanneer er reeds een oplossing is gevonden om de beperking op te heffen of te verminderen dan kan deze ook vermeld worden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een persoonlijke agenda om afspraken niette vergeten, een notieblok of notitie-app om aantekeningen te onthouden, kant en klaar maaltijden om niet te hoeven koken, hulp van anderen bij het doen van het huishouden etc. alle dingen die u, door uw beperkingen anders doet dan vroeger dienen meegenomen te worden in de beoordeling, ook al zijn ze door de werknemer zelf al ‘gewoon’ geworden. Belangrijk is de lijst niet kant en klaar mee naar de bedrijfsarts te nemen, maar een samenvatting van de praktijkvoorbeelden als geheugensteuntje tijdens het gesprek met de arts.
Belangrijk om te weten is, dat het aan de arts is om de mate van de beperkingen te beoordelen. Het is aan jou om de juiste informatie te geven waarop de arts de situatie kan beoordelen. Uiteraard kun je het gesprek wel voorbereiden.
Wat kun je doen ter voorbereiding van het gesprek:
Bekijk vooraf eens de FML lijst met normwaarden en omschrijvingen hierdoor weet je beter waarop het UWV oordeelt. De FML is anders dan het IZP maar heeft wel dezelfde zwaarte in scoren. Neem deze lijst niet mee naar de bedrijfsarts omdat dit ergernis kan opwekken bij de arts maar houd hem als achtergrond informatie in je hoofd of noteer aantekeningen.
Vul het invulschema Inzetbaarheid profiel (zie hier) voor jezelf in. Stel vast in welke rubrieken beperkingen zitten. En omcirkel de items waarin jij beperkt bent. Noteer voornamelijk praktijkvoorbeelden omdat hieruit blijkt in welke mate jij beperkt bent. Verder is het goed om ook te benoemen of te beschrijven hoe jij hiermee omgaat (inzet agenda gebruik bij verminderd geheugen, licht dimmen op de kamer, oordoppen e.d.) hieruit kan de bedrijfsarts zien wat jij allemaal al doet om, om te gaan met je beperkingen.